Opmerkelijk: plastic heeft een effect op plantengroei. Qi en collega’s (2018) vonden dat plastic in de bodem bij een hoeveelheid van 1% de groei van tarwe in een niet-gesteriliseerde zandige veldgrond zeer sterk beïnvloedt. Onverwacht was dat het bio-afbreekbare plastic een negatiever effect had dan het gewone plastic. Denk daarbij aan een groeireductie van 20-45% na 2 maanden. Na 4 maanden was het negatieve effect ook nog zichtbaar, hoewel minder groot. Effecten op het bodemecosysteem zijn ook gemeld in andere studies, zoals van de Souza Machado et al. (2019).
Nu is toediening van 1% (gewichtsbasis) plastic aan grond wel heel erg veel. In de praktijk zijn dit soort niveaus alleen in uitzonderlijke gevallen aangetoond (Zhu et al., 2019). Maar toch toont het onderzoek van Qi et al. aan dat plastic in de bodem gewoon niet goed is. En aangezien veel plastics niet afbreekbaar zijn, kan het alleen maar ophopen.
De vraag is hoe we ophoping van plastics in bodems kunnen tegengaan. Er zijn diverse aanvoerroutes, zoals via microplastics in irrigatiewater of mest, het achterblijven van gebruikt plastic (bv. in de teelt van asperge of aardbei) en onvoldoende scheiding van afval.
In Duitsland vonden Weithmann et al. (2018) dat plastics in compost aanwezig kunnen zijn. Zoals de Vereniging Afvalbedrijven aangeeft, komen plastics in het GFT-afval voor. Dit komt door de grote variatie van plasticsoorten, wat leidt tot verwarring bij de consument over wat in welke afvalemmer thuishoort. Zo zijn bioplastics plastics die gemaakt zijn van hernieuwbare, natuurlijke grondstoffen, maar deze zijn gewoonlijk niet biologische afbreekbaar. Biologisch afbreekbaar zijn per definitie plastics die voor meer dan 90% uiteengevallen zijn na 12 weken composteren. Deze komen in vele soorten en maten (zie van den Oever et al., 2017). Het is een van deze biologisch afbreekbare plastics waarvan forse negatieve effecten gevonden werden op tarwegroei (Qi et al., 2018). Dit komt doordat deze biologisch afbreekbare plastics niet of slecht afbreken in de grond; ze breken alleen af bij de hoge temperaturen die optreden bij compostering. En dan is het nog de vraag tot welke producten ze in die tijd afbreken.
Composteringsbedrijven zijn niet blij met plastics. Zelfs composteerbaar plastic zal onvoldoende afgebroken worden tijdens compostering, omdat de composteringsduur meestal (veel) korter is dan 12 weken. Verder is het voor consumenten volstrekt onduidelijk welk plastic waar thuishoort. En bovendien, ook al zou je al het composteerbare plastic goed kunnen composteren, welk positief effect zou composteerbaar plastic dan eventueel kunnen hebben? Het idee is, dit plastic bestaat uit bv. zetmeel, en verhoogt daarmee het organische-stofgehalte van de compost, en daarmee van de bodem. Maar áls het plastic al afbreekt, dan breekt het af in water en CO2. Het effect op het organische-stofgehalte van de bodem zal daarom verwaarloosbaar of afwezig zijn. Dan is het beter om hieruit energie te winnen door het te verbranden. Kortom, ik onderschrijf het standpunt van de Vereniging Afvalbedrijven hierover.
- Qi et al., 2018, Science of the Total Environment , https://doi.org/10.1016/j.scitotenv.2018.07.229.
- van den Oever, 2017, Bio-based and biodegradable plastics – Facts and Figures, http://dx.doi.org/10.18174/408350.
- de Souza Machado, et al., 2019, Environmental Science & Technology, https://doi.org/10.1021/acs.est.9b01339.
- Weithmann et al., 2018, Science Advances, https://doi.org/10.1126/sciadv.aap8060.
- Zhu et al., 2019, Bulletin of Environmental Contamination and Toxicology, https://doi.org/10.1007/s00128-019-02623-z.