Bodemkwaliteit, Bodempathogenen

Ambities van minister Schouten leiden tot risico’s bij bodempathogenen

LNV-minister Carola Schouten wil inzetten op kringlooplandbouw (zie bv. hier). De ambities zijn stevig, met een streven naar nul emissie op regionaal niveau. Dat zal voor de grondgebonden landbouw nog een giga-stap zijn, en dan met name de stikstof. Hoe dan ook, niemand kan er op tegen zijn om super zuinig om te gaan met onze grondstoffen en met de bodem zelf. Maar hoe krijgen we dat voor elkaar?

Een recente studie van NMI geeft aan hoe lastig het sluiten van kringlopen kan zijn. Het gaat over de toepassing van houtas in de landbouw. Directe toepassing als (kalk)meststof kan op dit moment niet vanwege te hoge gehaltes aan zware metalen (genoemd worden in het rapport cadmium, en in mindere mate lood, arseen en nikkel). Toepassing in compost zou wellicht wel kunnen, en dat verbetert het composteringsproces. Maar net zo goed zijn ook hier potentiële problemen met zware metalen. We moeten dus oppassen met het sluiten van kringlopen. Je wilt de goede dingen (organische stof, nutriënten) wel circuleren maar de slechte dingen (zware metalen, organische verontreinigingen) niet. En als je die niet kunt scheiden, wat dan?

Wat betekent kringlooplandbouw voor bodemgebonden plantenpathogenen? Waar organische stof om bodems te verbeteren ook vandaan komt, altijd heb je rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van bodempathogenen. Gelukkig is hier regelgeving over. De voedselverwerkende industrie mag bijvoorbeeld niet zomaar hun reststoffen aanbieden aan boeren. Maar de kringlooplandbouw is meer dan dat. Composteringsbedrijven dienen ook te voldoen aan strenge voorwaarden. Maar denk ook aan lokale kringlopen. Gemengde bedrijven of moestuincentra waar wordt gecomposteerd of waar mest of reststoffen worden hergebruikt. Als je daar iets verkeerd doet, verspreid je zomaar bodempathogenen en dan zit je jarenlang met de gebakken peren. Meer kringloop betekent ook grotere hoeveelheden die terug moeten naar de akkers. Hoe meer we daarvan afhankelijk worden, des te meer we er zeker van moeten zijn dat we niet dingen doen waar we later spijt van krijgen. Kringlopen moeten goed gedefinieerd worden, de risico’s moeten in kaart worden gebracht, en helaas zal het denk ik ook nodig zijn om de controles op die kringlopen stevig te intensiveren. Want een bodem kun je maar één keer verknoeien.

Kringlopen heeft ontegenzeggelijke voordelen, maar we moeten ons niet rijk rekenen: het gaat moeite kosten om ze goed te laten werken.