Biostimulantia, Bodemkwaliteit

Is biochar een bodemverbeteraar?

Onderzoek naar de landbouwkundige aspecten van biochar is geïnspireerd op de hoge kwaliteit van “terra preta”-gronden uit de Amazone. Deze hoge kwaliteit blijkt te zijn gebaseerd op de grote hoeveelheden verbrande organische stof die in deze gronden aanwezig is. Onderzoek spitst zich toe op de kwaliteit van deze “terra preta”-gronden en het proberen te “kopiëren” van deze gronden. Dit laatste gebeurt door organische stof te pyrolyseren, dit wil zeggen verhitten tot hoge temperaturen onder zuurstofloze omstandigheden. Hierdoor ontstaat een soort steenkool, de biochar, die vervolgens op landbouwgronden wordt toegepast. In de RIVM-nieuwsbrief van 2017 van het landelijk meetnet mestbeleid wordt biochar een bodemverbeteraar genoemd. Het is de vraag of het daar niet te vroeg voor is. In Nederland lopen op dit moment alleen nog experimenten, bv. gecoördineerd door Delphy.

De voordelen van biochar zijn makkelijk op internet te vinden (bv. hier). Heel in het kort zijn de effecten van toepassing van biochar enigszins te vergelijken met die van organische stof zoals compost, alleen breekt biochar veel langzamer af. Hierdoor wordt biochar ook gezien als een effectieve manier om de ophoping van broeikasgassen tegen te gaan. Maar zijn er dan dus alleen voordelen? Nee, er zijn serieuze punten van zorg. En omdat daar weinig aandacht aan besteed wordt, noem ik hier de belangrijkste:

  • Het moet echt wel zeker zijn dat biochar geen negatieve effecten heeft op de bodem, want eenmaal toegepast blijft het langer dan 100 jaar aanwezig. Langtermijnige veldproeven (minstens 5-10 jaar) zijn hiervoor nodig, op verschillende grondsoorten en met verschillende gewassen.
  • In een bodem die goed functioneert en goed wordt beheerd is een bodemverbeteraar niet echt nodig.
  • Met name wordt in kritische reviews genoemd de mogelijkheid van het ontstaan van toxische verbindingen tijdens de fabricage (pyrolyse) van biochar, zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen. De kans hierop wordt beïnvloed door de aard van het inputmateriaal en de wijze van pyrolyse. Bij dit soort studies is ook van belang dat er goed wordt nagedacht over de bepalingsmethodiek van ongewenste verbindingen. Dat blijkt niet eenvoudig te zijn.
  • De vaak gepubliceerde effecten van biochar, zoals opbrengstverhoging van het gewas en verhoging van de watervasthoudendheid van de bodem, worden lang niet altijd gevonden.

Lees vooral:

Hilber et al., 2017, Journal of Environmental Engineering and Landscape Management. http://dx.doi.org/10.3846/16486897.2016.1254089

Jeffery et al., 2015, GCB Bioenergy 7: 1-13. http://dx.doi.org/10.1111/gcbb.12132

Mukherjee & Lal, 2016, in Soil Research 52: 217-230. http://dx.doi.org/10.1071/SR13359